Eind februari 2014 is het advies van de Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (GBBS) van de Gezondheidsraad over veilig werken met benzeen verschenen. De hierin geadviseerde gezondheidskundige waarde voor beroepsmatige blootstelling aan benzeen bedraagt 0,7 mg/m3 (als gemiddelde over een achturige werkdag). Dat is bijna een factor 5 lager dan de huidige publieke grenswaarde van 3,25 mg/m3.Deze strengere grenswaarde wordt door de Gezondheidsraad geadviseerd om schadelijke effecten in het beenmerg en in het bloedvormend systeem te voorkomen. Dat benzeen kankerverwekkende eigenschappen heeft (acute myeloide leukemie) is al langer bekend. Recentelijk is gebleken dat blootstelling aan benzeen ook kan leiden tot het zogenaamde myelodysplastisch syndroom (MDS), een beenmergstoornis waarbij de productie van bloedcellen ernstig is verstoord.
Als deze advieswaarde wordt opgevolgd en de huidige publieke grenswaarde op termijn vervangt, ontstaat een flinke uitdaging. Dit geldt niet alleen voor de petrochemie (o.a. productie en raffinage), maar ook voor veel andere bedrijfstakken (o.a. buschauffeurs en onderhoudspersoneel) waar de gemiddelde blootstelling op de werkplek tussen 0,01 en 2 mg/m3 ligt.
Voor een adequate risicobeheersing, dat wil zeggen een kans op normoverschrijding die ten hoogste 5% bedraagt, betekent dit dat daggemiddelde luchtconcentraties nog ruim beneden de voorgestelde waarde van 0,7 mg/m3 zullen moeten liggen. Dat is behalve een uitdaging, tevens in dezelfde ordegrootte als de detectielimieten van gangbare analytische methodes (ca. 0,1 mg/m3).