De eerste versie van dit instrument is in 2006 ontwikkeld door IRAS en ArboUnie om de concentratie lasrook in de werkatmosfeer te schatten. De Lasrook Assistent (LA) is een gratis te downloaden applicatie in MS Access. De gebruiker van de LA doorloopt het instrument door kenmerken van de lassituatie in kwestie in te vullen. Het gaat om technische kenmerken, zoals bijvoorbeeld lastechniek, materiaal, gebruikte laskap, maar ook enkele gedragskenmerken zoals wel/niet met de hoofd in de rookpluim.
Het algoritme dat ten grondslag ligt aan de meest recente versie van de Lasrook Assistent is gebaseerd op circa 1200 praktijkmetingen uit de periode 1983 – 2008. Deze metingen verschaffen inzicht in een veelheid aan Nederlandse bedrijven waar gelast wordt middels veelvoorkomende lastechnieken aan gangbare materialen. Door toepassing van contextuele informatie die verzameld is bij het uitvoeren van de metingen, konden naast de technische kenmerken van lassen ook de effecten van gedrags- en omgevingskenmerken op de concentratie lasrook worden gemodelleerd. Dit heeft bijgedragen aan bijvoorbeeld het inzichtelijk maken van het effect van voorlichting en correct gebruik van beheersmaatregelen.
De Lasrook Assistent genereert een puntschatting met 95% betrouwbaarheidsinterval van de concentratie lasrook voor een 8-uurs werkdag. Effecten van beheersmaatregelen worden eveneens kwantitatief inzichtelijk gemaakt. Er is een beperkte interne validatie van de Lasrook Assistent uitgevoerd bij de ontwikkeling. In 2010 is een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder de circa 150 gebruikers van de LA. Hieruit blijkt dat in vergelijking met uitgevoerde metingen het overgrote deel van de schattingen van het instrument in of onder het betrouwbaarheidsinterval lag.
Update voorjaar 2017: Er wordt momenteel gewerkt aan de Lasrook Assistent 2.0, een update en uitbreiding van de huidige versie. Lees verder op de projectpagina.
Meer info:
D. Huizer, D. Noij, R. Houba en H. Kromhout. Ontwikkeling van de Lasrook Assistent. Tijdschrift voor Toegepaste Arbeidswetenschap 3 /4, 2007