Asbest van wieg tot graf

Een gemiddelde Nederlander heeft in de jaren ’70 – ’80 al gauw tientallen miljoenen asbestvezels ingeademd. Nu weten we dat dat eigenlijk veel te veel is.

Onlangs presenteerde Joost van Rooij van Caesar Consult op het jaarlijkse symposium van de Nederlandse Vereniging van Arbeidshygiëne over de risico’s van asbestvezels in het milieu, onder de titel Asbestblootstelling van wieg tot graf. Zijn conclusie: de risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van asbestvezels in het milieu waren in de jaren ’70 – ’80 veel te hoog. Momenteel, anno 2013, zijn de risico’s vermoedelijk afgenomen tot laag.

Dat asbest de gemoederen in Nederland nog steeds bezighoudt bleek afgelopen zomer in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Daar werden ruim 200 woningen ontruimd omdat bij renovatiewerkzaamheden mogelijk asbest was vrijgekomen. Achteraf bleken de maatregelen disproportioneel. De concentraties in de omgevingslucht waren niet verhoogd en er was dus geen sprake van een verhoogd risico op kanker.

Eén van de meest ernstige effecten van blootstelling aan asbest is mesothelioom (longvlieskanker). Dit is een zeer agressieve kankersoort waarbij gedupeerden na diagnose vaak binnen één jaar overlijden. Jaarlijks sterven in Nederland circa 400 mensen aan mesothelioom. Voor een groot deel als gevolg van beroepsmatige blootstelling, maar zeker ook een aantal, vermoedelijk tientallen mensen per jaar, door inademing van vervuilde omgevingslucht (milieublootstelling). Dit is de prijs die we in Nederland betalen voor de enorme hoeveelheid asbest (miljoenen tonnen) die in Nederland vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan het algehele asbestverbod in 1993 is gebruikt/verwerkt.

Inmiddels weten we dat asbestvezels aanzienlijk gevaarlijker zijn dan gedacht. In 2010 heeft de Gezondheidsraad een grenswaarde geadviseerd van 2.000 asbestvezels per m3 voor de werkplekatmosfeer en van 28 asbestvezels per m3 voor de buitenlucht. Dit betreft wit asbest. De adviesgrenswaarden voor amfibole asbestsoorten (blauw en bruin asbest) zijn nog lager, respectievelijk 420 en 3 vezels per m3. Op 1 januari 2014 worden de adviesgrenswaarden voor de werkplek in Nederland formele grenswaarden en krijgen ze derhalve een wettelijke status. Hierin loopt Nederland voorop. De grenswaarden voor asbest in de werkatmosfeer zijn vanaf 1 januari 2014 in Nederland 50 maal (wit asbest) tot 240 maal (blauw en bruin asbest) strenger dan in de ons omringende landen. Daar hanteren ze een grenswaarde van 100.000 vezels per m3 ongeacht het soort asbestvezel.

In de jaren ’70-’80 was de concentratie asbest in stedelijk gebied in Nederland circa 1.000 – 10.000 vezels per m3 en in landelijk gebied ongeveer 100 – 1.000 vezels per m3. In vergelijking met de gezondheidskundige advieswaarde voor het milieu (28 vezels per m3) zijn dat zeer hoge concentraties. Een simpele berekening leert dat elke Nederlander die de jaren ’70-’80 heeft meegemaakt gedurende zijn leven, als gevolg van milieublootstelling, al gauw tientallen miljoenen asbestvezels heeft ingeademd.

Ademen we anno 2013 in Nederland nog steeds te veel asbestvezels in? Nee, vermoedelijk niet. De concentratie asbestvezels in de buitenlucht wordt door deskundigen geschat op 10 – 20 vezels per m3. Echter deze schatting is niet gebaseerd op degelijk onderzoek. Ook weten we niet goed of de omgevingsconcentratie verder daalt of dat deze mogelijk zelfs toeneemt als gevolg van verwering van asbesthoudende materialen zoals bijvoorbeeld golfplaten.